Bakvis in oorlogstijd, het dagboek van Miep Diesel
28 april 2020 verscheen “Bakvis in oorlogstijd” – Het dagboek van Miep Diesel. Op 30 april overhandigde Hilde van Garderen – dochter van Miep Diesel – het manuscript aan de Haarlemse burgemeester Jos Wienen, die op zijn beurt het eerste exemplaar van Bakvis in oorlogstijd presenteerde.
Op de avond van 5 november 1942 besluit de Haarlemse Miep Diesel een dagboek te gaan bijhouden. Zij heeft dan de hoge leeftijd van 15 jaar bereikt, zoals ze in het dagboek schrijft. De Duitse bezetting is dan al meer dan twee jaar gaande en de gevolgen ervan dringen steeds dieper door in de samenleving. Het oorlogsgeweld is voor Miep Diesel echter niet de reden een dagboek te beginnen. Ze zoekt een klankbord en vertrouwt haar schriften toe, wat ze bij niemand anders kwijt kan. En dat betrof in de eerste plaats het ontluikende liefdesleven van de aantrekkelijke Haarlemse. Van haar prille verliefdheden, hartstochtelijke aanbidders en het flirten met Canadese bevrijders tot haar intens verdriet om een gebroken liefde.
“Bakvis in oorlogstijd” schetst in vlotte bewoordingen hoe een ‘gewoon’ meisje de oorlogsjaren ondergaat. Door de ogen van Miep Diesel krijgen we niet alleen een beeld van een levenslustige tiener, maar ook van de ontwrichting van het dagelijks leven in Haarlem tijdens de bezetting. Ze schrijft niet in de periodes december 1943-juni 1944 en augustus 1944-mei 1945. Over de betrekking die ze verkrijgt bij de firma Enschedé, drukker van levensmiddelenbonnen, en over hoe ze de hongerwinter ervaart, valt daarom helaas niets te lezen. Vooral voor oudere Haarlemmers is het een boeiend tijdsbeeld dat het destijds 15-jarige meisje uit de Stuyvesantstraat schetst. Alle plekken die ze beschrijft, zijn herkenbaar: de mulo aan het Junoplantsoen, Stoop’s Bad, De Delft als natuurschaatsbaan, de Rembrandt-bioscoop aan de Grote Markt, de lunchroom bij V&D.